25 mei 2021
Beste Ergenia,
Ik heb gekeken naar je functioneren o.b.v. de 5 beschreven dalton leraar competenties. Hierbij moet vooraf opmerken dat ik als toenmalige locatie directeur weliswaar werkte op een Daltonschool maar geen Dalton deskundige ben. Beschrijvingen zijn derhalve o.b.v. mijn waarnemingen
Vrijheid (in gebondenheid) / Verantwoordelijkheid en vertrouwen
1.5 De leraar kan loslaten en schenkt vertrouwen aan zijn leerlingen. Hij biedt hiervoor een kader waarbinnen de leerlingen hun eigen leerproces kunnen vormgeven.
1.6 De leraar houdt rekening met verschillen en creëert maatwerk dat zichtbaar is in de taakinhoud.
1.7 De leraar begeleidt zijn leerlingen en geeft waar nodig sturing, op zo’n manier dat de leerlingen zich vaardigheden eigen kunnen maken om de leerdoelen te behalen en de taak te kunnen volbrengen.
Je bent als docent 1e graad werkzaam op het VMBO Basis-Kader. Vanuit je eerdere ervaringen in het Havo/VWO onderwijs was je gewend dat de motivatie van de leerlingen in meer of mindere mate bepaald werd door de resultaten. Je ervaarde dat de motivatie van Basis-Kader leerlingen in het algemeen iets anders was. Vertrouwen in elkaar, vertrouwen geven, vrijheid in gebondenheid geven en vanuit daar verantwoordelijkheid nemen voor wat je doet speelt bij deze groep leerlingen een grote rol. Toen jij met vallen en opstaan hierachter kwam heb jij je lessen veranderd. Zo rigoureus dat je er zelfs een Mindset project van gemaakt hebt. Jij hebt jou Mindset naar de leerlingen en je lessen kunnen gebruiken om jou leerlingen hierin ook mee te nemen en er deel van te zijn. De resultaten zijn hoopvol en werden ook door andere collega’s bekeken en gevolgd.
Zelfstandigheid
2.6 De leraar creëert de randvoorwaarden (taakgerichte werksfeer, organisatie, opdrachten/taken, materialen) die de leerlingen in staat stellen zelfstandig te kunnen werken, zodat zij in hun eigen tempo en op hun eigen wijze kunnen leren.
2.7 De leraar stimuleert leerlingen initiatieven te nemen en te tonen.
2.8 De leraar biedt ruim tijd aan leerlingen om zelfstandig te kunnen werken.
2.9 De leraar creëert voor de leerlingen de ruimte om hun talenten te laten zien en te ontwikkelen.
Je hebt een organisatie opgebouwd waar zelfstandigheid voor de leerling in wat en hoe ze leren een doel is. Praktisch ontstonden er werkplekken maar de veranderde motivatie(positief gevolg van jou functioneren) van de leerlingen is nog veel belangrijker.
Samenwerken
3.3 De leraar werkt op respectvolle wijze samen met collega’s en leerlingen.
3.4 De leraar geeft samen met collega’s vorm aan de taak of leertaken, zoals deze in de school zijn afgesproken.
3.5 De leraar kan verschillende vormen en niveaus van samenwerken toepassen.
3.6 De leraar schept een pedagogisch veilig klimaat voor samenwerking met de leerlingen en tussen de leerlingen onderling.
Het proces van intrinsieke motivatie waardoor het opdoen van kennis gemakkelijker wordt heeft te maken met de Mindset van de leerling maar ook met de samenwerking onderling en met jou als docent. Door het gesprek met de groep aan te gaan en jezelf hierin kwetsbaar op te stellen en het vertrouwen uit te stralen heb jij een goede werkbare sfeer gecreëerd. Op micro niveau kreeg je dit voor elkaar. Met het meso niveau was je bezig toen ik wegging. Dit is een ander proces waarbij de gezagsverhoudingen anders zijn en ook de Mindset van de collega’s divers zijn. Ik hoop dat je ervaren hebt dat ondanks de verschillen de weg en de resultaten hetzelfde zijn.
Reflectie
4.5 De leraar zet verschillende reflectiemethoden in.
4.6 De leraar laat leerlingen reflecteren op de samenwerking.
4.7 De leraar laat leerlingen feedback geven op zijn eigen functioneren.
4.8 De leraar is in staat om kritisch naar zijn werk te kijken en gebruikt evaluatie, reflectie en feedback van anderen om zich verder te ontwikkelen.
Zoals je sterk bent in je eigen reflectie op je functioneren, ben je ook instaat om met de leerling de weg van eigen (soms geleide) reflectie te gaan.
Effectiviteit/ doelmatigheid
5.4 De leraar behaalt de leerdoelen.
5.5 De leraar gaat op een efficiënte en verantwoorde wijze om met zijn lestijd.
5.6 De leraar zorgt voor afwisseling van leeractiviteiten tijdens de les.
5.7 De leraar stemt de instructie en het leerstofaanbod af op de leerbehoeften en leermogelijkheden van zijn leerlingen.
5.8 De leraar daagt leerlingen uit het beste uit zichzelf te halen.
5.9 De leraar geeft leerlingen een uitdagende motiverende taak die past bij het niveau, de interesse en het (werk)tempo van de individuele leerling.
5.10 De leraar analyseert de leerproblemen van leerlingen die de leerdoelen niet halen.
In het proces hield je in de gaten of er op een verantwoorde manier gewerkt werd in de lestijd.
Waar ik wel benieuwd naar ben naar wat de gemeten resultaten nu zijn. Heb je het proces hierop nog aan gepast? Ik denk dat je dit nauwkeurig gevolgd hebt en structureel hebt bijgesteld waar nodig.